Toen de eerste prentenboekapps verschenen, was er veel vraag. Ouders, grootouders en leerkrachten vonden het geweldig om kinderen via de iPad of telefoon kennis te laten maken met verhalen. Het leek dé toekomst voor kinderboekenuitgevers. Maar ruim tien jaar later is de realiteit anders: veel prentenboekapps zijn verdwenen uit de App Store, en de vraag naar ontwikkeling is flink afgenomen.
Technische afhankelijkheden
Eén van de grootste obstakels? Software-updates. Elke keer dat Apple of Google een grote wijziging doorvoerde, moest een app aangepast en opnieuw getest worden. Met de overstap naar 64-bit in iOS 11 werden alle oudere apps in één klap onbruikbaar. Dat betekende: een programmeur inschakelen, materiaal aanpassen, opnieuw testen, en hopen dat Apple de update goedkeurde. Zelfs professionele partijen zoals AppMachine ondervonden hier problemen mee.
Daarnaast verdween ook de software waarmee veel uitgevers hun apps maakten. Denk aan Adobe Foliobuilder – een toegankelijke manier om zonder programmeerkennis apps te bouwen. Toen Adobe hier abrupt mee stopte, viel het fundament onder veel apps weg. Nieuwe software zoals Aquafadas was beschikbaar, maar tegen hoge jaarlijkse kosten.
Een slecht verdienmodel
Naast de technische uitdagingen was er het verdienmodel. Geld verdienen met prentenboekapps bleek vrijwel onmogelijk. Consumenten vonden € 3 of € 4 vaak al “te duur”, terwijl de productiekosten in de duizenden euro’s liepen. Updates kostten opnieuw honderden euro’s, terwijl de inkomsten meestal niet eens de oorspronkelijke investering dekten.
Een persoonlijke anekdote illustreert dit goed: een oma schreef een uitgever dat ze “veel geld” had betaald voor de app Zacht zijn de wolken en teleurgesteld was dat deze na een update niet meer werkte. Haar kleindochter hield van de app. Toen werd uitgelegd dat de productie € 7.000 had gekost en de app zijn waarde had bewezen, begreep ze het. Uiteindelijk kocht ze het papieren boek – mét handtekening – en was daar blijer mee dan met de app.
De gloriejaren en prijzen
In de beginjaren waren er wel initiatieven en prijzen, zoals de Media Ukkie Award en de Kameleon. Toch gingen de onderscheidingen vaak naar spin-offs van bekende boekenreeksen of naar amateurontwikkelaars. Grote kinderboekenuitgevers zoals Gottmer en Zwijsen stopten uiteindelijk ook met hun apps.
Wat we geleerd hebben
- Afhankelijkheid van software is risicovol. Als tools of platforms verdwijnen, valt je product mee.
- Het verdienmodel is cruciaal. Zonder een duurzaam inkomstenmodel houd je digitale innovaties niet lang vol.
- Papier blijft sterk. Het fysieke kinderboek heeft een betrouwbaarheid en levensduur die digitale producten moeilijk kunnen evenaren.
En nu?
In de App Store zijn de meeste prentenboekapps verdwenen. Op Google Play is nog wat aanbod, en e-boeken blijven bestaan. Uitgevers richten zich minder op nieuwe appontwikkeling, maar de liefde voor verhalen blijft.
De digitale experimenten hebben veel geleerd – maar het papieren boek blijft onverwoestbaar.